Etappe 14: Superbagnères Superzware slot
Op zaterdag 19 juli wacht het peloton een uitputtingsslag in de veertiende etappe van de Tour de France 2025. De renners krijgen een klassieke Pyreneeënrit voorgeschoteld over 198 kilometer, met niet minder dan vijf gecategoriseerde beklimmingen. De aankomst ligt bergop op het mythische Plateau de Beille, dat garant staat voor een lange, slopende slotklim. Dit is een rit die niet alleen de benen test, maar ook het koersinzicht en de dosering van energie over een lange dag vol klimwerk.

Al van bij de start is het serieus: de Col de Menté en de Col de Portet-d’Aspet liggen vroeg in de rit en zijn weliswaar kort, maar bijzonder steil. Ze kunnen al in de openingsfase een eerste schifting veroorzaken. Daarna volgen de langere beklimmingen van de Col d’Agnes en de Port de Lers, twee echte Pyreneeënreuzen die het peloton verder zullen uitdunnen. De finale is voor het Plateau de Beille, een beklimming van 15,8 kilometer aan een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9 procent. Het is een berg die geen genade kent: weinig bochten, geen schuilplekken, en nauwelijks momenten om te recupereren.
De klim naar Plateau de Beille werd voor het eerst aangedaan in 1998 en heeft sindsdien een vaste plek in de Tourgeschiedenis veroverd. Grote namen als Marco Pantani (1998), Alberto Contador (2007) en Jelle Vanendert (2011) boekten hier indrukwekkende zeges. Het is een klim die vaak gebruikt werd in zware ritten die beslissend waren voor het klassement, en dat zal dit jaar niet anders zijn.
Het zou zomaar kunnen dat het vuurwerk al ver voor de slotklim begint. In deze veertiende etappe, na een zware tijdrit en twee bergetappes in de benen, zal iedereen aanvoelen dat dit opnieuw een sleutelmoment in de Tour is. De favorieten zullen elkaar hier niet uit het oog verliezen. Een helse rit die het geel dichter bij zijn uiteindelijke drager zal brengen.
Topfavorieten: Pogacar, Vingegaard, Evenepoel